donderdag 24 maart 2011

Het gebeurde en gebeurt nog steeds

In Dirkswoud wonen over het algemeen verstandige mensen. Mensen met wie je kunt praten over van alles. Vanochtend reed ik in mijn comfortabele, witte Citroën Berline naar Dirkswoud, onderweg wuivend naar iedereen, ik was op weg naar Karlijn Woudsma (welke ouder noemt zijn zoon nu Karlijn? vroeg ik mij af. Maar er zijn ook genoeg ouders die hun zoon Lex noemen, zelfs, vrees ik, ouders die hun zoon de naam Leks geven).
Karlijn Woudsma is, zoals hij het je zelf uitlegt, gaiasoof bij de Energetische Dienst Dirkswoud, en hij heeft geprobeerd bekendheid te verwerven met zijn boekje De hunebedden bij Dirkswoud en andere bijzondere verhalen over de geschiedenis van het Nederlands landschap (uitgegeven bij Vrij Geestesleven, Zeist, 2002).
Karlijn is niet zo’n groot licht, als je het mij vraagt. Hij praat wel veel over ‘het licht dat tussen de mensen en de aarde leeft’, maar waarom ik dat licht niet kan zien, kan hij niet uitleggen. Hij nam me mee naar zijn achtertuin. Daarin staat een oude denneboom. Daarover wist hij dit te vertellen: ‘Deze boom rrresoneert mee met de aarde waarin hij staat. Nietwaar, hij groeit! Dat kun je niet zien, maar hij groeit en wordt groter.’
‘Jawel. Dat kun je zien als je hem omzaagt. Dan kun je zijn jaarringen zien.’
‘Maar dat bedoel ik niet met groeien.’
‘Wat bedoel je dan met groeien?’
‘Dat hij meerrresoneert met de aarde waarin hij staat. En dat doet mij ook meerrresoneren!’ Hij omklemde zijn denneboom, trilde even en zei: ‘Zie je wel?’
Even later nam hij me mee naar een hunebed buiten Dirkswoud. Ik meen dat het hunebed Di 31 was. ‘Wat hier geleefd heeft,’ begon hij te orakelen.
‘Je bedoelt, aan insecten en andere dieren?’
‘Nee: aan ménsen! Ik voel ze aanwezig zijn.’
‘Wat doen ze dan?’
‘Ze maken nog steeds contact met mij.’
‘Maar die mensen zijn al 4000 jaar dood! Mortem. De pijp uit.’
‘Ja, maar toch voel ik het rrresoneren.’

2 opmerkingen:

  1. Een erg leuk idee, om het eind van elk stukje weer op te pakken in de titel van het volgende. Zou het veel mensen opvallen? ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb het wel eens ergens gezegd, maar of het veel mensen zal opvallen, weet ik niet. Het is voor mij meer een manier om een writer’s block tegen te gaan.
    Overigens neem ik wel vaak een zin uit het einde van een stukje, maar dat hoeft niet. Als het maar een zin (of een gedeelte van een zin) is uit mijn vorige stukje. Dat wordt mijn titel, en over die titel zit ik dan een halve dag of een dag te denken. En dan maak ik mijn stukje.

    BeantwoordenVerwijderen