dinsdag 3 mei 2011

Hoeveel bonje er kan zijn

Op 1 mei wordt elk jaar in Dirkswoud de heilige en martelaar Evermarus van Rutten herdacht. Evermarus was een Fries, die rond het jaar 700 op pelgrimstocht in de buurt van het Belgische Rutten met zeven andere pelgrims werd vermoord door de bandiet Hacco van Herstappel en zijn struikrovende trawanten. Het waren ruwe tijden, er bestond nog geen overheid met een brandweer, politie, ziekenhuizen of een leger. Als je wou moorden, dan moordde je. Je hoefde alleen maar uit te kijken dat niemand het zag.
Op 1 mei wordt in Dirkswoud die goede, oude tijd herschapen. Jan Klaver speelt de laatste jaren Evermarus en gaat gekleed in een berevel en met een tak waaraan een zak gebonden is in zijn hand langs de deuren, waar hij aanbelt en zegt: ‘Ik ben de arme Evermarus, God lone u, heppu een kleinigheid over voor deze pelgrim? Een stukje fruit is al voldoende.’ Want in die tijd speelde geld nog geen rol. Ja, voor de adel en voor het grootindustrieel kapitaal, maar die gaven nooit iets. Die pikten alleen maar.
Behalve Jan Klaver is er nog één speler, de man die Hacco van Herstappel uitbeeldt. Het is elk jaar een ander, dus Jan weet niet waar hem iets overkomt. Al weet hij natuurlijk donders goed dat hij in elkaar geslagen gaat worden op de Noordervaart. Daar gebeurt het in elk geval elk jaar, want daar staan de mensen langs de weg te kijken, en Evermarus toetakelen op een rustig plaatsje, dat zou toneeltechnisch niet passen.
Zo ook dit jaar. Jan slaat de Noordervaart in en belt aan bij nummer 2. Er gebeurt niets, hij krijgt een aardbei. Hij belt aan op nummer 4 en er gebeurt helemaal niets, want er is niemand die open doet. Hij belt aan op nummer 6, aangemoedigd door enige honderden Dirkswoudenaren, en wie doet daar open? Kees Vink, en Kees zegt: ‘Zo. Hufter van Rutten? Knal! Jij komt de boel hier belazeren? Boink! Haha!’
Jan ligt nu op de grond voor Kees’ deur, onder het welgemeende applaus van het publiek, te krimpen van de pijn, en hij krijgt nog een schop van Kees toe in zijn lendenen. Kees pakt Jans zak en gooit die in de lucht. Daarmee is het spel afgelopen en men gaat naar de kroeg of men gaat verder met waar men mee bezig was. Dit was Andere tijden, over naar de onze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten